Spelregels minivoetbal

Ondat het misschien voor sommigen handig kan zijn:

De spelregels van minivoetbal

Minivoetbal wordt gespeeld met kleine doelen, 4 tegen 4, zonder vaste doelman. Niemand mag de bal met de hand raken.

Er is geen lichamelijk contact toegelaten en zeker geen sliding. De tegenstrever langs achter aanvallen is eveneens niet toegelaten. Ook een aanvaller kan fouten begaan.

Tijdwinst wordt bestraft vanaf 3 sec. en de afstand bij aftrap, intrap en vrijschop bedraagt 4 m.

AFTRAP
Vanaf het middelpunt; bezoekers starten; thuisploeg op eigen helft; onrechtstreeks.

DOELTRAP
Indien bal VOLLEDIG over doellijn; zonder doelpunt: tegenstrever buiten strafschopgebied; na doelpunt: tegenstrever op eigen helft; bal stil en tijdig starten, bal ACHTER de lijn, zoniet intrap buiten strafschopgebied voor tegenpartij.

INTRAP
Indien bal VOLLEDIG over zijlijn; bal stil en tijdig intrappen, bal ACHTER de lijn, zoniet intrap voor tegenpartij. Tegenstrever houdt afstand.

CORNER
Gaat de bal over de doellijn nadat de bal laatst is aangeraakt door een verdediger, dan wordt een corner toegekend. Daarna volgt een doeltrap.

CORNERBAL
Als een ploeg 4 corners heeft behaald, wordt een cornerbal toegekend. Vanaf een cornerbalpunt lift een speler de bal met de voet naar een medespeler die van buiten het strafschopgebied, zonder dat de bal eerst de grond raakt, de bal naar het onverdedigd doel kopt. Na het koppen mag de bal de grond wel raken. De koppende speler mag NOOIT het strafschopgebied betreden tijdens de cornerbalfase. Na de cornerbal volgt een doeltrap. De cornerbal wordt uitgevoerd door 2 effectieve spelers. Alle andere spelers houden voldoende afstand achter de koppende speler.

VERVANGINGEN
Gebeuren altijd als de bal buiten het terrein is en na verwittiging aan de scheidsrechter.

VRIJSCHOP
Bal stil leggen, tegenstrever op afstand. In de meeste gevallen RECHTSTREEKS.

Vb. voor ONRECHTSTREEKSE vrijschop: zeer lichte fout, doel verschuiven, …

De scheidsrechter houdt de arm in de hoogte. Een onrechtstreekse vrijschop voor een fout binnen het strafschopgebied wordt genomen juist buiten het strafschopgebied.

STRAFSCHOP
Een rechtstreekse vrijschop binnen het strafschopgebied leidt tot een strafschop vanaf 15 m. van het doel naar een onverdedigd doel. Tegenstrevers nemen plaats achter de strafschopnemer. Na de strafschop volgt een doeltrap.

GELE EN RODE KAART
Een gele kaart krijgt de speler die veelvuldig lichte fouten maakt, opzettelijk handspel begaat of kritiek uit op de scheidsrechter. De speler verlaat het terrein en wordt vervangen. Een rode kaart krijgt de speler die een zware fout begaat. De speler verlaat het terrein en wordt niet vervangen. Een schorsing zal volgen.